De schaal van Beaufort werd in 1805 opgesteld door de Ier Francis Beaufort1. Het is een manier om de snelheid van de wind te classificeren.
Indien men de windkracht uitgedrukt in een aantal Beaufort (B) kent, dan kan men de windsnelheid (v) in m/s benaderen via de formule:
\[\mathsf{v \approx 0,8360 \cdot B^{\frac{3}{2}}}\]Kopieer het programma uit de vorige oefening, je zal aan dat programma enkele functies toevoegen.
Programmeer een functie beaufort_naar_km_u(B)
die gegeven de Beaufort schaal de benaderende windsnelheid in km/u retourneert. Je rondt dit af op 6 decimalen.
Programmeer een functie gevoelstemperatuur_beaufort(T, B)
die gegeven de luchttemperatuur T
en de windsnelheid uitgedrukt in de schaal van Beaufort de gevoelstemperatuur retourneert. In deze functie gebruik je zowel de functie beaufort_naar_km_u(B)
als de functie gevoelstemperatuur(T, W)
.
Vraag daarna in volgorde naar de luchttemperatuur en de windsnelheid en de eenheid van windsnelheid. Indien de gebruiker "B"
intikt gebruik je de laatste functie. Indien de gebruiker "km/u"
intikt gebruik je de functie gevoelstemperatuur(T, W)
om de gevoelstemperatuur te berekenen. Geef deze nadien ook weer.
Bij een temperatuur van 10.0
°C en een windsnelheid van 5.0
"km/u"
verschijnt er:
De temperatuur voelt aan als 7.58 °C.
Want de uitvoer van de functie is als volgt:
>>> gevoelstemperatuur(10.0, 5.0)
7.58
Bij een temperatuur van 3.0
°C en een windsnelheid van 5
"B"
verschijnt er:
De temperatuur voelt aan als -6.95 °C.
Want de uitvoer van de bijbehorende functies is als volgt:
>>> gevoelstemperatuur_beaufort(3.0, 5)
-6.95
die gebruikt maakt van:
>>> beaufort_naar_km_u(5)
33.648351