In de vorige opdrachten heb je altijd maar 1 variabele gebruikt. We gaan nu meerdere variabelen opslagen en uitvoeren:

We gaan 2 variabelen zelf opslagen en twee variabelen vragen aan de gebruiker.

We hebben dus in totaal 4 variabelen nodig...

Getal1 = 12
Getal2 = 25
Getal3 = input("Geef een getal: ")
Getal4 = input ("Geef nog een getal: ")

Opmerking: je eigen variabelen en die van de gebruiker zouden ook in de omgekeerde volgorde kunnen staan, dat maakt niet uit...

Om deze nu uit te voeren heb je twee opties:

1) in 1 lange zin met alle variabelen gescheiden door een komma. Vb: -> print(Getal1, Getal2, Getal3, Getal4)

2) in meerdere zinnen... zet dan meerdere print( ) commando's onder elkaar.

Opdracht

Voer de variabelen uit in twee regels, 1 regel voor de eigen variabelen en 1 regel voor de door de gebuiker ingevoerde variabelen

Voorbeeld

Invoer:

10
5

Uitvoer:

12 25
10 5