De doorsnede van twee verzamelingen \(A\) en \(B\) is gedefinieerd als:
\[A \cap B = \{ x: x\in A \text{ en } x \in B \}\]
Schrijf een functie doorsnede( interval1 , interval2 )
die gegeven twee gesloten intervallen voor de juiste uitvoer zorgt.
De gesloten intervallen worden voorgesteld door middel van tupels.
>>> doorsnede( ( 3, 5 ), ( -1, 4 ) )
De doorsnede van [ 3 , 5 ] en [ -1 , 4 ] is [ 3 , 4 ]
>>> doorsnede( ( -8, 0 ), ( 5, 10 ) )
De doorsnede van [ -8 , 0 ] en [ 5 , 10 ] is ledig
>>> doorsnede( ( -2, 6 ), ( 6, 7 ) )
De doorsnede van [ -2 , 6 ] en [ 6 , 7 ] is singleton 6
Tip
Je kan dit efficiƫnt programmeren met behulp van de functies
min()
enmax()
om enerzijds het minimum en het maximum te bepalen. Je hoeft dit zeker niet te gebruiken, andere manieren zijn ook mogelijk.