In deze oefening programmeren we de klasse Student. Per object van deze klasse stockeer je de naam van de student (een string). Voor elke student zullen we ook een aantal scores voor vakken bijhouden.
Programmeer het onderstaande:

• een constructor met 1 argument, de naam van de student
• een __str__()-methode die als gedaante oplevert : [naam:aantal_vakken]
• een geschikte __repr__()-methode
• de operator == levert True indien 2 studenten dezelfde naam hebben
• de operator != die het omgekeerde resultaat van "==" oplevert
• de operator += : deze wordt gevolgd door een tuple (vak, score). Het vak is een string (de naam van het vak) en de score is het aantal behaalde punten (een geheel getal). Het resultaat van de + is dat de score voor dit vak toegevoegd wordt aan dezelfde student. Indien het vak al aanwezig was, dan overschrijft de nieuwe waarde de oude score voor dit vak.
• objecten zijn oproepbaar: indien geen argumenten doorgegeven worden, is het resultaat de naam van de student. Indien 1 argument doorgegeven wordt, is het resultaat de vakscore voor het vak dat als argument doorgegeven wordt. Je mag veronderstellen dat enkel scores opgevraagd worden van gekende vakken.

Voorbeeld

s1 = Student('Jan Jansens')
s2 = Student('Jan Klaassen')
s3 = Student('Jan Jansens')
print(s1)                      # [Jan Jansens:0]
print(eval(repr(s1)) == s1)    # True
print(s1 == s2)                # False
print(s1 == s3)                # True
s1 += ('Algebra', 10)
s1 += ('Frans', 12)
print(s1)                      # [Jan Jansens:2]
print(s1())                    # Jan Jansens
print(s1('Frans'))             # 12