Om een steekproefgrootte \(n\) te bepalen gebruikt me vaak onderstaande vuistregel.

\[n = \dfrac{\lambda^2\cdot p \cdot (1-p)}{d^2}\]

Hierbij stelt \(\lambda\) een waarde voor gebaseerd op de nauwkeurigheid die men wilt, zie onderstaande tabel, \(p\) de steekproefverhouding (meestal gebruikt men 0,5) en \(d\) de foutenmarge.

betrouwbaarheid λ
90 % 1,65
95 % 1,96
99 % 2,58

Opgave

Pas het onderstaande programma aan zodat de benodigde steekproefgrootte berekend wordt.