Lees een positief geheel getal in. Zolang het getal nul of kleiner is, vraag je om een nieuw getal in te lezen.
Als output teken je een driehoek met het symbool '*'. Het getal dat je hebt ingelezen, geeft aan hoe groot de driehoek moet zijn. Bijvoorbeeld: als 4 ingegeven wordt, dan teken je een driehoek met 4 sterretjes (*) op de onderste lijn. (Zie voorbeelden hieronder.)
Tip: om 4 keer een '*' te schrijven, kan je gewoon '*'*4 toevoegen in het print-commando.
Invoer:
4
Uitvoer:
* ** *** ****
Invoer:
1
Uitvoer:
*