Dit is een eerste uitbreiding op de rekensleutel. De berekeningen uit de voorgaande opdrachten moeten nog steeds gelden!
Breid je programma uit zodat het aantal woorden in de opgave geteld wordt. Dit aantal wordt bij je totaal geteld.
Een woord beschouwen we hier als iets dat door spaties gescheiden wordt. De zin “Los op: 1 + 2” zou bijvoorbeeld 5 woorden tellen.
Invoer:
DRIE, TWEE, EEN, START! GEEF SNEL EEN BELLETJE! 100 - 100
100 - 100
Uitvoer:
18 <--- 0 (uitkomst berekening) + 7 (som verborgen cijfers) + 11 (aantal woorden)
Denk goed na over wanneer je de invoer letter per letter (gewone for loop) of woord per woord (met .split()) wil doorlopen.