Een donut is een driedimensionaal lichaam dat in de wiskunde ook wel een torus1 wordt genoemd. Een binnenband van een fiets is ook een voorbeeld van een torus.

Van een torus bepaalt men de oppervlakte en het volume via:

\[A = 4 \cdot \pi^2 \cdot r \cdot R \qquad\qquad \text{en}\qquad\qquad V = 2 \cdot \pi^2 \cdot r^2 \cdot R\]

waarbij \(r\) de (kleine) straal van de binnenste cirkel en \(R\) de (grote) straal van de buitenste cirkel voorstelt.

Hmm, doughnuts...

Hmm, doughnuts...

Opgave

Schrijf een programma dat in volgorde de kleine en grote straal inleest (waarbij de kleine straal kleiner is dan de grote straal) en nadien de oppervlakte en het volume uitrekent. Je rondt hierbij af op 3 cijfers na de komma.

Voorbeeld

Indien r = 3.57 en R = 6.21 dan verschijnt er:

Oppervlakte: 875.224 cm²
Volume: 1562.275 cm³