Een collectie kan bestaan uit getallen, karakters of andere zaken.
👀 Voorbeeld - Range
In de vorige sectie gebruikten we al de
range
functie. Hier nog enkele voorbeelden:
- Deze range bevat de getallen van 0 tot en met 10:
range(11) = 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
- Deze range bevat de getallen van 1 tot 10:
range(1,10) = 1 2 3 4 5 6 7 8 9
- Deze range bevat de getallen van 1 tot 10 in stapjes van 3:
range(1,10,3) = 1 4 7
Probeer dit eens uit in de sandbox.
💡 Hint
Let op! Het volgende stukje code werkt niet.
print(range(1,10))
Om de elementen in de collectie te kunnen bereiken, heb je een
for
-lus nodig.for n in range(1,10): print(n, end=' ')
🧠Denkoefening - Spelen met range
Probeer eens in de sandbox te printen:
- Een range van de getallen van 0 tot 5.
- Een range van de getallen van 2 tot en met 7.
- Een range van de even getallen van 0 tot en met 20.
- Maak een range dat de veelvouden van 4 bevat, kleiner dan 30.
👀 Voorbeeld - Aflopende getallen
Om een range van getallen te maken in aflopende volgorde, moet je met twee dingen rekening houden:
- Geef een negatieve stapgrootte mee.
- Zorg ervoor dat de startwaarde groter is dan de eindwaarde.
range(10,0,-1) = 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
🧠Denkoefening - Nog meer spelen met range
Probeer eens in de sandbox te printen:
- Een range van aflopende getallen groter dan nul, startende vanaf 5.
- Een range van aflopende getallen van 10 tot en met 5.
💻 Programmeeroefening - Aflopend in tientallen
Schrijf tenslotte hieronder in de editor een programma dat met een range de getallen van 100 tot 0 in stappen van 10 print.
💡 Hint
In een
for
-lus moet je geen teller verhogen om naar de volgende stap te gaan.