Opdracht

Maak een console-applicatie waarmee de gebruiker eenvoudige berekeningen kan maken. Na het opstarten van de applicatie wordt de gebruiker gevraagd om een getal in te voeren. Vervolgens wordt de gebruiker gevraagd om een tweede getal in te voeren. Vervolgens wordt de gebruiker gevraagd om een bewerking in te voeren. De bewerkingen die de gebruiker kan kiezen zijn: optellen (+), aftrekken (-), vermenigvuldigen (*) en delen (/).

De applicatie voert de bewerking uit en toont het resultaat op het scherm.

Je werkt deze oefening uit met behulp van een switch-statement1.

Geef het eerste getal in:
[invoer]
Geef het tweede getal in:
[invoer]
Geef de bewerking in (+, -, *, /):
[invoer]
Het resultaat van [getal1] [bewerking] [getal2] = [resultaat].