Je bouwt een feestje met een groep vrienden, en je wil pannenkoeken maken. Hoeveel van elk ingrediënt zal je nodig hebben?
Voor 10 grote pannenkoeken heb je volgende ingrediënten nodig:
- 250 gram bloem
- 3 eieren
- 5 dl melk
Je weet dat iedereen hetzelfde aantal pannenkoeken zal eten.
Schrijf een programma dat twee gehele getallen inleest: het aantal personen op het feestje, en het aantal pannenkoeken 1 persoon zal eten.
Schrijf naar het scherm hoeveel van elk ingrediënt je nodig zal hebben. Dit is uiteraard een geheel getal! (Rond af naar boven.)

Bijvoorbeeld, voor de inputs 17 en 5 schrijf je volgende zin naar het scherm: "Als iedereen 5 pannenkoeken eet, heb je voor 17 personen 425 gram bloem, 6 eieren en 9 dl melk nodig."

Voorbeeld

Invoer:

17
5

Uitvoer:

Als iedereen 5 pannenkoeken eet, heb je voor 17 personen 425 gram bloem, 6 eieren en 9 dl melk nodig.