Wanneer we programmeren in een taal zoals Python, zal de computer onze instructies één voor één, van boven naar onder, uitvoeren. Dit wil niet zeggen dat alle code altijd uitgevoerd wordt. Door slim gebruik te maken van conditionele logica en voorwaarden, kunnen er meerdere mogelijkheden zijn. Dit noemen we de selectie of keuze en maakt binnen Python gebruik van de if
, else
en elif
-functies.
Bij de selectie hanteren we volgende syntax:
if <voorwaarde>:
<acties>
if <voorwaarde 1>:
<acties>
else:
<acties>
if <voorwaarde 1>:
<acties>
elif <voorwaarde 2>:
<acties>
else:
<acties>
Opgelet!
Code die bij een bepaalde voorwaarde uitgevoerd wordt krijgt een indent of insprong. Python is hier zeer gevoelig voor!
Je kan voorwaarden coderen met de volgende symbolen:
Symbool | Grootte |
---|---|
== |
gelijk aan |
!= |
niet gelijk aan |
< |
kleiner dan |
<= |
kleiner dan of gelijk aan |
> |
groter dan |
>= |
groter dan of gelijk aan |
Je kan voorwaarden combineren met de booleaanse operatoren, and
, or
en not
.
Een printer kan kleurkopies afdrukken door gebruik te maken van toner, deze bevat een soort poeder dat fungeert als kleurstof.
Schrijf een programma dat aan de gebruiker het huidige toner-niveau (als percentage) vraagt. Afhankelijk van het toner-niveau verschijnt een andere boodschap
Bij invoer 0.15
(15% vol) verschijnt er:
Bestel een nieuwe toner.
Bij invoer 0.05
(5% vol) verschijnt er:
Toner is bijna leeg.
Bestel een nieuwe toner.
Bij invoer 0.0
(0% vol) verschijnt er:
Toner is volledig leeg.
Je kan niet meer afdrukken.
Bij invoer 0.45
(45% vol) verschijnt er niets.