Er doet een beroemd verhaal de ronde over Gauss. Als lagere school leerling zou zijn leerkracht hem of de klas ooit gevraagd hebben om alle getallen van 1 tot en met 100 op te tellen, als bezigheidstherapie. Gauss antwoordde onmiddellijk ‘5050’, het juiste antwoord.
Deze anekdote wordt vaak verteld als inleiding voor wiskundelessen over rekenkundige reeksen. Leerlingen leren dan slimme manieren om een hele hoop reeksen getallen snel uit te rekenen.
Het slimme werk laten wij vandaag voor de wiskundigen. Wij gaan in de plaats een for lus programmeren!
Schrijf een functie som_getallen_van_a_tot_b(a, b)
die 2 natuurlijke getallen a en b als parameter heeft, met a <= b. De functie geeft de som van alle getallen van a tot en met b terug, en gebruikt een for lus om dit uit te rekenen.
tip: het feit dat we de som tot en met b berekenen is een typische instinker wanneer je een range() gebruikt.
print(som_getallen_van_a_tot_b(1, 4))
print(som_getallen_van_a_tot_b(1, 100))
10
5050