De eerste regel bevat het aantal testgevallen. Elk testgeval bestaat uit een
aantal regels. De eerste regel van elk testgeval bevat twee natuurlijke
getallen k en r van elkaar gescheiden door één enkele spatie. Daarna volgen
r regels, elk bestaande uit precies k karakters. . of * . Deze r regels geven
een symbolische voorstelling van de figuur, van boven naar onder en van
links naar rechts. Een wit vakje wordt aangegeven door een ., een zwart
vakje door een *. Het derde (en laatste voorbeeld in de voorbeeldinvoer)
komt overeen met de figuur die hiervoor werd gegeven.
Voorbeeldinvoer:
3
2 2
. *
* *
2 2
* .
* *
8 7
. . . . . . . .
. . . . . . * .
. . . . * . * *
. * . . * . * *
. * * . * * * *
. * * * * * * *
* * * * * * * *
De uitvoer bestaat uit één regel per testgeval. Elke regel bestaat uit twee gehele getallen, van elkaar gescheiden door één enkele spatie. Het eerste getal is de index van het testgeval (startend bij 1) en het tweede getal is het minimum aantal blokjes dat moet worden ingekleurd zodat de figuur enkel stijgt of gelijk blijft.
Voorbeelduitvoer:
1 0
2 1
3 6