Bij veel kaartspelen begint het spel met het correct sorteren van de kaarten. Vaak gaan spelers dan de kaarten per soort steken: harten, klaveren, schoppen of ruiten. In deze oefening gaan we controleren of er niet per ongeluk een verkeerde kaart tussen een reeks zit.

Invoer

De invoer bestaan uit een onbepaald aantal (minimaal 3) strings telkens op een nieuwe lijn en eindigend met het woord "STOP". Op elke lijn staat het woord "schoppen", "klaveren", "harten" of "ruiten".

Uitvoer

Als alle kaarten van dezelfde soort zijn, komt als output de string "ok".

Als éénn van de kaarten een afwijkende soort is, komt als output bijvoorbeeld "er zit een harten tussen de schoppen". Je mag ervan uitgaan dat er altijd maximaal één afwijkende kaart tussen zit.

Voorbeeld 1

Invoer:

harten
harten
harten
ruiten
harten
harten
harten
STOP

Uitvoer:

er zit een ruiten tussen de harten

Voorbeeld 2

Invoer:

harten
harten
harten
STOP

Uitvoer:

ok