Op de planeet P spreken de mensen een raar taaltje, namelijk de p-taal. Deze is voor ons niet zo moeilijk te leren. De taal lijkt sterk op het Nederlands, maar elke klinkercombinatie wordt telkens gevolgd door een letter p
en gevolgd door een herhaling van diezelfde klinkercombinatie, maar waarbij alle klinkers omgezet worden naar kleine letters. Zo wordt het woord “koekoek” in de p-taal omgezet in “koepoekoepoek”. Klinkercombinaties die omgezet worden, bestaan uit één of meerdere klinkers (a
, e
, i
, o
en u
) of de combinatie ij
.
Schrijf een functie tekst2ptaal die een gegeven zin omzet naar p-taal.
Schrijf een functie ptaal2tekst die een gegeven zin in p-taal terug omzet naar gewone taal.
> tekst2ptaal("De koekoeksklok van oma Eva lijkt stuk.")
"Depe koepoekoepoeksklopok vapan opomapa Epevapa lijpijkt stupuk."
> tekst2ptaal("Als de kat van huis is, dansen de muizen.")
"Apals depe kapat vapan huipuis ipis, dapansepen depe muipuizepen."
> ptaal2tekst("Depe koepoekoepoeksklopok vapan opomapa Epevapa lijpijkt stupuk.")
"De koekoeksklok van oma Eva lijkt stuk."
> ptaal2tekst("Apals depe kapat vapan huipuis ipis, dapansepen depe muipuizepen.")
"Als de kat van huis is, dansen de muizen."