We hebben gezien hoe je "fiets" * 3
kan gebruiken om de string "fiets"
3 keer achter elkaar te plakken, waardoor je "fietsfietsfiets"
krijgt.
Dit werkt echter ook met andere woorden of zinnen. Je hoeft het resultaat niet zelf te typen, je kan het laten uitrekenen door de computer.
Bijvoorbeeld:
katten = "kat" * 2
treinen = "trein" * 4
Nu weet de computer dat katten
gelijk is aan "katkat"
en treinen
gelijk is aan "treintreintreintrein"
.
Maak de volgende variabelen aan, maar zonder de uitkomst rechtstreeks te typen. Gebruik de vermenigvuldigings-operator *
met een string en een getal:
a = "hoihoihoihoihoi"
b = "banaanbanaan"
c = "???????????"