Spiegelwoorden zijn prachtig in balans: de onderste helft van elke letter is het spiegelbeeld van de bovenkant. Voorbeelden hiervan zijn KOOKBOEK
, KIEKEBOE
, DIKHEID
en DIOXIDE
.
Enkel met deze hoofdletters kan je een spiegelwoord vormen: B C D E H I K O X
. Je mag veronderstellen dat een spiegelwoord nooit spaties bevat.
Maak een functie is_spiegelwoord
die True
of False
teruggeeft afhankelijk of het respectievelijk een spiegelwoord is of niet. De functie heeft één parameter die het woord bevat dat gecontroleerd moet worden.
>>> is_spiegelwoord("KOOKBOEK")
True
>>> is_spiegelwoord("kookboek")
False
>>> is_spiegelwoord("UGENT")
False