Door bij een matrix een rij en een kolom te verwijderen bekomt men een minor matrix.
Stel bijvoorbeeld dat:
\[\sf A = \begin{pmatrix} \sf 1 & \sf 2 & \sf 3 & \sf 4\\ \sf 5 & \sf 6 & \sf 7 & \sf 8\\ \sf 9 & \sf 10 & \sf 11 & \sf 12 \end{pmatrix}\]Dan is de minor matrix \(\mathsf{A_{1,2}}\) waarbij de eerste rij en twee kolom verwijderd worden, de volgende:
\[\sf A_{1,2} = \begin{pmatrix} \sf 5 & \sf 7 & \sf 8\\ \sf 9 & \sf 11 & \sf 12 \end{pmatrix}\]Schrijf een functie minor_matrix(matrix, rij, kolom)
die de minor matrix bepaalt na het verwijderen van de rij met nummer rij
en de kolom met nummer kolom
.
>>> minor_matrix([[1, 2, 3, 4],
[5, 6, 7, 8],
[9, 10, 11, 12]], 1, 2)
[[5, 7, 8],
[9, 11, 12]]