Opgave

Janne heeft van haar ouders 12 euro gekregen waarmee ze iets mag kopen om in de klas te trakteren voor haar verjaardag. Een pak met 6 appels kost 2,25 euro. Schrijf een programma dat berekent hoeveel pakken appels Janne kan kopen en hoeveel geld ze overhoudt. Toon beide waarden op één lijn (eerst het aantal pakken appels, dan het bedrag). Schrijf minstens één lijn commentaar en gebruik minstens vier variabelen.