Bekijk onderstaand programma:
a = 3
b = 2
print(a+b)
5
Dit programma telt 2 getallen a en b op, en print het antwoord op het scherm. De eindgebruiker ziet enkel 5 op het scherm komen, wat niet veel zegt. We zouden graag een zin afdrukken waarin staat welke bewerking we deden, iets à la:
3 + 2 = 5
of
"De som van 3 en 2 is 5."
Hiervoor kunnen we f-strings gebruiken.
a = 3
b = 2
print(f"{a} + {b} = {a+b}")
3 + 2 = 5
Ofwel:
a = 3
b = 2
zinnetje = f"De som van {a} en {b} is {a + b}."
print(zinnetje)
'De som van 3 en 2 is 5.'
Als je dus de letter f voor een string zet, dan wordt dit voor Python een “formatted string” (f-string). In zo’n f-string mag je gekrulde haken { } zetten met variabelen of berekeningen in. Python zal die dan evalueren, en de uitkomst in de string plakken.