Je leest een lijst reële getallen in (getallen gescheiden door komma's op 1 regel). We noteren het element op positie $$i$$ van deze lijst als $$a_i$$. Deze getallen zijn alle nulpunten van een reële veelterm, die dus gegeven wordt door:

$$ V(x) = \prod_i (x-a_i) $$

Daarnaast lees je een reëel getal $$x$$ in, en je schrijft als resultaat $$V(x)$$ uit.

Tip: als de variabele s een tekstuele, door komma's gescheiden opeenvolging van getallen bevat, dan levert s.split(',') een lijst van deze getallen. We 'splitsen' als het ware de tekst s bij elke komma.

Invoer

Uitvoer

De waarde $$V(x)$$.

Voorbeeld

Invoer:

1.0,2.0,-1.0
10.0

Uitvoer:

792.0