Om je conditie te verbeteren heb je besloten om naar de gym te gaan. Je hebt een bepaald badrag in gedachten dat je wil spenderen.
Je had graag geweten hoeveel beurten je met dit bedrag kan doen. Bij een abonnement betaal je eerst een vaste kost van 10 euro en dan nog eens 7 euro per beurt.
Schrijf een programma dat het aantal beurten berekend voor dit bedrag.
Bedrag
\[bedrag = \text{vaste kosten} + aantal * \text{kost per beurt}\]Dus is
\[aantal = {bedrag - \text{vaste kosten} \over \text{kost per beurt}}\]De gebruiker geeft het bedrag dat hij wil betalen in kommagetal.
de kost per beurt is 7 euro en de vaste kosten 10 euro.
Het aantal volle beurten is ….
Het aantal beurten wordt omgezet naar een geheel getal.
Invoer
47.50
Uitvoer
Het aantal beurten is 5.