Opdracht

Wissel het minimum en maximum van plaats in een lijst met natuurlijke getallen. De lijst wordt door de gebruiker ingevoerd als string.

Voorbeeld

Invoer:

1 2 3 4 5 10 8 9 3

Uitvoer:

[10, 2, 3, 4, 5, 1, 8, 9, 3]

Tip

Ga stap voor stap te werk. Zoek eerst het minimum en maximum van de lijst (en hun index). Hun positie bepalen kan met de functie index(). Sla ze op in aparte variabelen en voeg ze daarna toe op hun nieuwe positie in de lijst.