Eén van de disciplines op de olympische spelen is het gewichtheffen. Zoals beschreven door Sporza1 verloopt zo’n wedstrijd in twee delen.
Het eerste deel heet “snatch”, in dit onderdeel moet je het gewicht vanop de grond in één vloeiende beweging tot boven het hoofd heffen.
Het tweede deel noemt men “clean & jerk”, hierbij mag de deelnemer het gewicht laten rusten ter hoogte van de schouders voordat deze het gewicht in de lucht steekt.
Voor beide onderdelen mag de deelnemer telkens 3 pogingen ondernemen. Ze kiezen zelf hoeveel kilogram ze aan de staaf hangen per poging. Op het einde wordt de beste totaalmassa bepaalt.
Schrijf een functie gewichtheffen(resultaten)
met een dictionary resultaten
als parameter . Deze dictionary heeft als sleutel de naam van de atleet en als waarde een lijst met 6 pogingen. De eerste 3 pogingen zijn de resultaten op het onderdeel “snatch”, de laatste 3 de resultaten op het onderdeel “clean & jerk”.
Indien een atleet bijvoorbeeld maar twee pogingen (van de drie) ondernam, of indien een poging werd afgekeurd, dan werd "-"
ingevoerd.
Een mogelijke dictionary kan er dus als volgt uitzien:
resultaten = {
"Karlos Nasar": [173, 177, 180, 213, 224, "-"],
"Yeison Lopez": [175, 180, "-", 205, 210, "-"],
"Antonino Pizzolato": [172, "-", "-", 212, "-", "-"],
"Marin Robu": [170, 175, "-", 200, 208, "-"]
}
Hierbij heeft "Karlos Nasar
het beste resultaat. Hij kon 180 kg heffen in het onderdeel “snatch” en 224 kg bij het onderdeel “clean & jerk”, samen goed voor 404 kg, een wereldrecord (in zijn gewichtsklasse).
De functie gewichtheffen(resultaten)
moet de naam van de winnaar retourneren. Bestudeer onderstaand voorbeeld.
Bij het bovenstaande voorbeeld is de return
waarde:
>>> gewichtheffen(resultaten)
Karlos Nasar