Schrijf een programma dat volgende stappen doorloopt:
Realiseer dat in deze oefening door alle tekens uit de string te controleren, en het teken “1” te vervangen door “één”.
Gebruik GEEN string-methode (dat doe je in de volgende oefening).
Eén stringwaarde waarin minstens éénmaal het cijfer 1 voorkomt.
Een stringwaarde gebaseerd op de ingevoerde stringwaarde waarbij de substring “1” vervangen wordt door de substring “één”.
Invoer
Op 1 been kan je niet staan.
Uitvoer
Op één been kan je niet staan.
Invoer
Beter 1 vogel in de hand ...
Uitvoer
Beter één vogel in de hand ...