In deze oefening simuleren we de voorstelling van een gesloten interval op een getallenas. De getallenas wordt met ----- aangeduid, het interval wordt met ***** aangeduid. Per eenheid worden 5 tekens gebruikt, voor het voorbeeld wordt dit:
-----*********************----------
0 1 2 3 4 5 6 7
Er worden enkel gehele getallen gebruikt voor de grenzen!
Opgave
Schrijf de procedure teken_as(ass, interval) die een getallenas met bijhorend gesloten interval tekent, zoals hiervoor beschreven. De eerste parameter ass is een tuple met de eindpunten voor de getallenas, de tweede parameter interval is een tuple met de grenzen van het gesloten interval dat moet getekend worden op de getallenas. Je mag veronderstellen dat beide parameters correct zijn ingevuld met tuples van gehele getallen. Er worden twee lijnen geprint:
- De eerste lijn bevat vijf tekentjes (‘-‘ of ‘*’) per eenheid. Het eindpunt van de getallenas levert maar 1 teken.
- Een deel van de as dat niet tot het gesloten interval behoort, wordt met ‘-‘ aangeduid.
- Een deel van de as dat wel tot het gesloten interval behoort, wordt met ‘*’ aangeduid.
- De grenzen van het gesloten interval worden ook met ‘*’ aangeduid.
- De tweede lijn bevat de getallen die onder de as staan - telkens 1 getal dat start net onder het eerste van de vijf tekentjes.
Opmerking: de parameters worden meegegeven met de procedure, en moet je dus niet inlezen.
Voorbeeld
>>> teken_as((0,7),(1, 5))
-----*********************----------
0 1 2 3 4 5 6 7