Gegeven is een lijst van tuples l, en een functie f() met 2 argumenten. Gevraagd wordt om een woordenboek te construeren, waarbij als sleutels de eerste component van elk tuple gebruikt wordt.

• indien een sleutelwaarde maar 1 keer voorkomt als 1ste component van de tuplelijst, dan is de bijhorende waarde de 2de component van dit tuple
• indien die waarde meerdere keren voorkomt, dan komt de bijhorende waarde tot stand door herhaaldelijk toepassen van de functie f op de 2de componenten van deze tuples, en wel in de volgorde waarin deze voorkomen in de lijst l.

Ter verduidelijking enkele gevallen:

• de sleutelwaarde $$x$$ komt op posities $$i$$ en $$j$$, met $$i \lt j$$, voor in de tuplelijst, en de bijhorende 2de tuplecomponent is $$a_i$$ resp. $$a_j$$. De waarde die dan bij sleutel $$x$$ hoort bereken je uit $$f(a_i, a_j)$$
• $$x$$ komt voor op posities $$i$$, $$j$$ en $$k$$, met $$i \lt j \lt k$$, dan is de bijhorende waarde $$f(f(a_i, a_j), a_k)$$
• $$x$$ komt voor op posities $$i$$, $$j$$, $$k$$, $$m$$, met $$i \lt j \lt k \lt m$$, dan is de bijhorende waarde $$f(f(f(a_i, a_j), a_k), a_m)$$
• deze strategie wordt analoog uitgebreid indien $$x$$ op 5, 6, ... plaatsen voorkomt in de tuplelijst

Schrijf de RECURSIEVE functie reduceer() met als argumenten:

l: een lijst van tuples, elk bestaande uit 2 componenten

f: de funtie die je gebruikt om de waarden te combineren bij identieke waarden van 1ste tuple-component

LET OP: je functie moet recursief geschreven worden, en mag GEEN lusconstructies of comprehensions bevatten.

Voorbeeld

a = [ ('A', 7),('B', 12), ('A', 29), ('B', -3), ('C',10), ('D',-5), ('C', 9),('A', -1) ] 
print(reduceer(a, lambda x,y: x+y)) #{'A':35, 'B':9, 'C':19, 'D':-5}

a = [ ('A', 7),('B', 12), ('A', 29), ('B', -3), ('C',10), ('D',-5), ('C', 9),('A', -1) ] 
print(reduceer(a, lambda x,y: x-y)) #{'A': -21, 'B': 15, 'C': 1, 'D': -5}

a = [ ('A', 'aaa'),('B', 'bbb'), ('A', 'AAA'), ('B', 'BBB'), ('C','cc'), ('D','d'), ('C', 'CC'),('A', 'X') ] 
print(reduceer(a, lambda x,y: x+y)) {'A': 'aaaAAAX', 'B': 'bbbBBB', 'C': 'ccCC', 'D': 'd'}

a = [ ('A', 'aaa'),('B', 'bbb'), ('A', 'AAA'), ('B', 'BBB'), ('C','cc'), ('D','d'), ('C', 'CC'),('A', 'X') ] 
print(reduceer(a, lambda x,y: x[0]+y[0])) #{'A': 'aX', 'B': 'bB', 'C': 'cC', 'D': 'd'}