Test les 1+2 vraag d: vervoeging herkennen (uitdaging)

Schrijf een programma dat een vervoegd werkwoord (op -ER, -IR of -RE) vraagt. Het programma zegt in welke tijd (imparfait, futur simple, conditionnel présent) en volgens welke persoonsvorm (Je, Tu, Il, Nous, Vous, Ils) het werkwoord vervoegd is.

Opmerking: de werkwoorden op -IR zijn van het type dormir.

Opmerking: soms zijn zowel Je als Tu mogelijk. Print dan ‘Je of Tu’.

Voorbeeld

Invoer:

parlais

Uitvoer:

Je of Tu
imparfait

Voorbeeld

Invoer:

rendrions

Uitvoer:

Nous
conditionnel présent