Snelheid 3

Schrijf een functie afstand(v, t) die een snelheid v (in m/s) en een tijdsduur t (in s) als parameters heeft. De functie berekent hoe ver iemand zou gaan als hij/zij gedurende t seconden de snelheid v aanhoudt, en returnt dit in een antwoordzin (zie voorbeelden).

Voorbeelden

print(afstand(5, 8))

'Als je 8 seconden rijdt aan een snelheid van 5 m/s, dan leg je een afstand van 40 m af.'

print(afstand(20, 1))

'Als je 1 seconden rijdt aan een snelheid van 20 m/s, dan leg je een afstand van 20 m af.'