Schrijf een functie afstand(v, t)
die een snelheid v (in m/s) en een tijdsduur t (in s) als parameters heeft. De functie berekent hoe ver iemand zou gaan als hij/zij gedurende t seconden de snelheid v aanhoudt, en returnt dit in een antwoordzin (zie voorbeelden).
print(afstand(5, 8))
'Als je 8 seconden rijdt aan een snelheid van 5 m/s, dan leg je een afstand van 40 m af.'
print(afstand(20, 1))
'Als je 1 seconden rijdt aan een snelheid van 20 m/s, dan leg je een afstand van 20 m af.'