Je hebt geleerd dat je de waarden van meerdere opgeslagen variabelen in een f-string kan invoegen om een normale string te maken. Bijvoorbeeld:
naam1 = "Bilal"
naam2 = "Fatiha"
leeftijd1 = 15
leeftijd2 = 16
begroeting = f"Hallo {naam1} en {naam2}, welkom op Dodona! Jullie zijn {leeftijd1} en {leeftijd2} jaar oud."
De variabele begroeting zal na het uitvoeren van deze code de volgende waarde hebben: "Hallo Bilal en Fatiha, welkom op Dodona! Jullie zijn 15 en 16 jaar oud."
Maak een variabele kasticket aan die de groenten rode paprika en bloemkool van de variabelen groente1 en groente2 en de bijhorende prijzen €0.79 en €1.99 van de variabelen prijs1 en prijs2 invult in de zin Dankuwel voor uw aankoop! U betaalde voor de rode paprika €0.79 en voor de bloemkool €1.99.