Gegeven 3 gehele getallen, waarvan er 2 aan elkaar gelijk zijn.

Schrijf een programma dat laat weten welk van de 3 getallen het afwijkende getal (het zwarte schaap) is.

Er zijn dus 3 mogelijke antwoorden (zie Uitvoer).

Een mogelijke aanpak Het programma …

vraagt de gebruiker naar een eerste geheel getal en kent de ingevoerde waarde toe aan een variabele. (bv. getal1, g1, …) vraagt de gebruiker naar een tweede geheel getal en kent de ingevoerde waarde toe aan een variabele. (bv. getal2, g2, …) vraagt de gebruiker naar een derde geheel getal en kent de ingevoerde waarde toe aan een variabele. (bv. getal3, g3, …) bepaalt welk van de 3 getallen het afwijkende getal is. drukt een specifieke stringwaarde af. (zie ‘uitvoer’ en ‘voorbeelden’) Invoer Drie gehele getallen, waarvan er 2 aan elkaar gelijk zijn.

Elk getal wordt ingevoerd op een afzonderlijke regel.

Uitvoer Eén stringwaarde.

De stringwaarde “Het eerste getal, nl. … is het zwarte schaap.” OF de stringwaarde “Het tweede getal, nl. … is het zwarte schaap.” OF de stringwaarde “Het derde getal, nl. … is het zwarte schaap.”

Voorbeeld:

Input: -95394 -25107 -95394

Output: -25107

Voorbeeld 2:

Input : 53716 -30086 -30086

Output: 53716