Wanneer je autopech hebt, laat je de vier richtingsaanwijzers van een auto knipperen.
Je vraagt aan de gebruiker van je programma hoeveel keer de richtingsaanwijzers van de wagen moeten knipperen.
Je toont de knipperlichten van de achterkant van de auto.
3
o---o
x---x
o---o
x---x
o---o
x---x
Een x staat voor een gedoofde richtingsaanwijzer. In het voorbeeld zie je dus achtereenvolgens de richtingsaanwijzers aan, uit, aan, uit, aan en uit gaan.
Vandewalle, D. (2022). Sync it - Computationeel Denken1, Uitgeverij Averbode | Erasme