Een halfopen interval [a,b[ en een decimaal getal c worden ingelezen.
Schrijf een programma dat vraagt naar de getallen a, b en c. Daarna wordt gecontroleerd of het getal c tot het interval [a,b[ behoort. Dit wordt vervolgens op het scherm weergegeven.
Bij de invoer
Voer een ondergrens in: 8
Voer een bovengrens in: 14
Voer een decimaal getal in: 10.5
verschijnt er:
Het getal 10.5 behoort tot [8, 14[.
Tip
Vorm de getallen om naar tekst via
str(a)
, waarna je de tekst kan concateneren door middel van+
.