Het meervoud van matrix is matrices en misschien ben je hiermee al aan de slag gegaan in de les wiskunde. In Python kan je een matrix voorstellen als een 2D list, dus een list met als elementen lists ofwel lists in een list. 2 matrices met elkaar vermenigvuldigen doe je door de elementen van een rij uit de eerste matrix te vermenigvuldigen met de overeenkomstige elementen van een kolom uit de tweede matrix en deze producten op te tellen. Daaruit volgt dat om twee matrices te kunnen vermenigvuldigen het aantal kolommen van de eerste matrix gelijk moet zijn aan het aantal rijen van de tweede matrix.

Zo ontstaat er een nieuwe matrix met als dimensie het aantal rijen van de eerste matrix en het aantal kolommen van de tweede matrix.

Opgave

Schrijf een Python programma dat 2 ingegeven matrices met elkaar vermenigvuldigt en afdrukt.

Volg volgende stappen:

Vraag aan de gebruiker welke dimensie (aantal rijen (r1) en kolommen (k1)) de eerste matrix heeft. De gebruiker moet 2 natuurlijke getallen ingeven op 1 lijn gescheiden door een spatie.
Laat de gebruiker de eerste matrix ingeven door r1 lijnen van telkens k1 gehele getallen in te geven, iedere rij als een reeks getallen gescheiden door een spatie.
Print deze eerste matrix af op het scherm (in de vorm van een matrix).
Vraag aan de gebruiker hoeveel kolommen de tweede matrix heeft (het aantal rijen wordt gelijkgesteld aan het aantal kolommen van de eerste matrix (k1 = r2). De gebruiker moet 1 natuurlijke getallen ingeven (k2).
Laat de gebruiker een tweede matrix ingeven door r2 lijnen van telkens k2 gehele getallen in te geven, iedere rij als een reeks getallen gescheiden door een spatie.
Print de tweede matrix af op het scherm (in de vorm van een matrix).
Bereken het product van deze twee matrices en bewaar het resultaat in een derde matrix.
Print deze matrix af op het scherm (in de vorm van een matrix) vooraf gegaan door de zin “Het product van matrix 1 en matrix 2 is:”.

Zie het voorbeeld beneden.

Voorbeeld

vraagzinnen en input

Aantal rijen en kolommen van de 1e matrix (2 nat. getallen, gesch. door een spatie): 2 3
Voor matrix 1, geef rij 1 in, 3 waarde(n)) gesch. door spaties: 1 2 3
Voor matrix 1, geef rij 2 in, 3 waarde(n)) gesch. door spaties: 3 4 5

output

1 2 3
3 4 5

vraagzinnen en input

Aantal kolommen van de 2e matrix (natuurlijke getal): 2
Voor matrix 2, geef rij 1 in, 2 waarde(n) gesch. door spaties: 1 2
Voor matrix 2, geef rij 2 in, 2 waarde(n) gesch. door spaties: 2 3
Voor matrix 2, geef rij 3 in, 2 waarde(n) gesch. door spaties: 3 4

output

1 2  
2 3
3 4
Het product van matrix 1 en matrix 2 is:
14 20   
26 38