Een slak valt in een regenput die een bepaalde diepte heeft. Elke dag klimt de slak 20 cm waarna deze rust neemt. Tijdens de rust glijdt de slak één zesde van de hoogte boven de bodem terug naar beneden.
Schrijf een programma dat naar de diepte van de regenput vraagt. Vervolgens berekent je programma hoeveel dagen de slak erover doet om uit de waterput te ontsnappen.
Bij een invoer van 50
is de uitvoer van je programma:
Het duurt 3 dagen om uit een put met diepte 50 m te klimmen.
Tip
Indien de slak na twee dagen 30,5 cm omhoog heeft kunnen klimmen, dan start deze de derde dag eerst met 20 cm te klimmen. De nieuwe hoogte is dan 50,5 cm. Dat betekent dat de slak uit de put kon ontsnappen. Het naar beneden glijden gebeurt pas op het einde van de dag.