Wanneer je thuis een kaartspel speelt, wil je de kaarten vooraf goed schudden. Dat kan op verschillend manieren. In een casino worden de kaarten zelfs machinaal geschud (to shuffle a deck of cards in het Engels). Bij sommige manieren van schudden is het mogelijk dat na herhaaldelijk schudden, de kaarten terug in hun originele volgorde liggen.

In deze oefening ga je een woord als volgt schudden: plaats alle letters met een even index vooraan het woord en alle letters op een oneven index achteraan het woord. Een voorbeeld:

winst → wntis

Na 4 keer schudden staan de letters opnieuw in hun originele volgorde:

winst → wntis → wtsni → wsitn → winst

Opgave

Programmeer de volgende twee functies:

• shuffle(): schudt een gegeven woord volgens de bovenstaande regel. De functie geeft het geschudde woord terug.
• tel_shuffles(): telt hoeveel keer je een gegeven woord moet schudden zodat de letters opnieuw in de originele volgorde staan.

Voorbeelden

>>> shuffle("kaartspel")
katplarse

>>> shuffle("21")
    return: 21

>>> tel_shuffles("kaartspel")
6

>>> tel_shuffles("21")
1