👀 Voorbeeld - Speelkaarten
In een pak speelkaarten zitten 52 verschillende kaarten. Elk van die kaarten heeft de volgende eigenschappen:
- de soort (schoppen ♠️, harten ♥️, ruiten ♦️, klaveren ♣️)
- de waarde (1 tot en met 10, boer, dame, heer)
Als we dit willen modelleren maken we dus een klasse Speelkaart met 2 attributen: soort en waarde.
Als we nu een specifieke speelkaart (een object van de klasse Speelkaart) willen voorstellen, moeten we zorgen dat we de juiste waarde instellen voor de soort en de waarde van de speelkaart.
Onze klasse ziet er dan zo uit:
class Speelkaart: def __init__(self, soort, waarde): self.soort = soort # zet het attribuut soort op de waarde van de parameter soort.
Nu kunnen we voor enkele specifieke kaarten enkele objecten maken, als volgt:
harten_8 = Speelkaart('harten', 8) mijn_kaart = Speelkaart('klaveren', 'boer')
De variabelen
harten_8
enmijn_kaart
zijn geen strings, geen integers, geen bools, geen lists of tuples… het zijn Speelkaarten
💻 Programmeeroefening - Welke kaart is het?
Kopieer de klasse Speelkaart en plak in de editor hieronder.
- Vul de methode
__init__()
aan zodat de parameter waarde ook als attribuut wordt opgeslagen.- Schrijf een methode
info()
in de klasse Speelkaart die de soort en de waarde als string teruggeeft (niet uitprint), met een spatie tussen de soort en de waarde.