Je hebt geleerd hoe je verschillende soorten gegevens kan opslaan in variabelen en ze later kan gebruiken. Getallen kunnen gebruikt worden in een berekening, strings kunnen bij elkaar opgeteld worden, en je kan zelfs een string vermenigvuldigen met een integer (geheel getal) om die string een aantal keer aan zichzelf te plakken.

Echter is het soms ook nuttig om een getal of woord dat je had opgeslagen in een zin in te vullen. Als je bijvoorbeeld eerst om iemand hun leeftijd vraagt, en daarna dat wil gebruiken in een zin, dan moet je dat getal dus in de zin invullen. Dit kan je doen met f-strings.

Een f-string is eigenlijk een string, maar je kan accolades { } gebruiken om bepaalde waarden in te vullen in de string. Als we deze soort string willen gebruiken, dan moeten we een f vóór het eerste aanhalingsteken " zetten, zodat de computer weet dat we de accolades willen vervangen.

We zullen aan de hand van een voorbeeld laten zien hoe een f-string werkt. Beschouw het onderstaande programma:

leeftijd = 15
zin = f"Wow, jij bent al {leeftijd} jaar oud!"

Wat gebeurt er hier?

  1. De waarde 15 wordt opgeslagen in de variabele leeftijd.
  2. Op de tweede regel maakt de computer een f-string. Dat betekent dat alles tussen de accolades { } vervangen wordt door de waarde van wat er staat, dus in dit geval de waarde van de variabele leeftijd.
  3. De tekst "Wow, jij bent al {leeftijd} jaar oud!" wordt dus "Wow, jij bent al 15 jaar oud!".
  4. Deze volledige zin wordt opgeslagen in de variabele zin.
  5. Nu kun je de waarde van zin later in het programma opnieuw gebruiken.



Opdracht

Maak een variabele zin aan die de leeftijd 15 van de variabele leeftijd invult in de zin Wow, jij bent al 15 jaar oud!.