Vraag 20: Conclusie

De gemiddelde grootte van het genoom verschilt extreem significant tussen minstens twee van de drie bestudeerde groepen van mammalia ($p = 4.86e-06$).

Op een globaal 5% significantieniveau vinden we significante verschillen in gemiddelde genoomgrootte tussen de primaten enerzijds en de carnivoren en evenhoevigen anderzijds. De gemiddelde genoomgrootte van Primaten is respectievelijk 0.40 pg en 0.33 pg groter dan dat Carnivora en Artiodactyla Carnivora (Carnivora: Tukey test, aangepaste p-waarde < 1e-04, 95% BI: [0.18; 0.61] en Artiodactyla: Tukey test, aangepaste p-waarde = 0.0004, 95% BI: [0.13,0.53]).

De gemiddelde genoomgrootte is niet-significant verschillend tussen carnivoren en eenhoevigen op het 5% significantie-niveau (aangepaste p-waarde = 0.066).

Merk op: aangezien onze data niet onafhankelijk zijn, was onze analyse mogelijk te liberaal. Onze p-waarden zullen dus mogelijk te klein geschat zijn. De genomen zijn ook geen representatieve steekproef uit de populatie van zoogdieren waardoor de resultaten mogelijks vertekend zijn!