sinus

Maak een functie sinus(o, s) die als argumenten de lengte van de overstaande rechthoekszijde en de lengte van de schuine zijde krijgt. De functie geeft de sinus van de scherpe hoek terug.

Voorbeeld 1:

Input:

sinus(1.8910798640853954, 8.67079067375581)

Output:

0.21809774162916812

Voorbeeld 2:

Input:

sinus(7.120311256498249, 8.219567197339964)

Output:

0.8662635252623205