Opdracht

In het jeugdhuis is het in het weekend gezellig samenkomen met vrienden. De prijzen zijn er niet duur. Frisdrank kost 1,15 euro, chips 1,30 euro en een hamburger 1,95 euro. Om het rekenwerk gemakkelijker te maken en om rekenfouten te vermijden, maken we een programmaatje waarbij de gebruiker het aantal consumpties ingeeft en het te betalen bedrag automatisch wordt berekend.

Een mogelijke aanpak

Je vraagt aan de gebruiker het aantal frisdranken, zakjes chips en hamburgers die ze besteld hebben. Je berekent het te betalen bedrag en print dit bedrag op het scherm.

Invoer

Drie getallen: frisdranken, chips en hamburgers

Elk getal wordt ingevoerd op een afzonderlijke regel.

Uitvoer

Het te betalen bedrag.

Voorbeeld

Invoer

3
0
2

Uitvoer

Het te betalen bedrag bedraagt 7.35 euro.