Nu ben jij de computer. Werk het algoritme uit. Geef a.d.h.v. 3 regels de eindwaarden van a
, b
en c
weer. Gebruik hiervoor de print()
functie
a = 1
b = 2
a = a+b
c = b+a
b += a
a = a+c-a
output
print(<waarde a>)
print(<waarde b>)
print(<waarde c>)