In het vorige hoofdstuk hebben we besproken hoe de computer kan onthouden wat je invoert:

# onthou de invoer (x)
x = input()

Hier noemen we x een variabele. Een variabele is een plaats in het geheugen van de computer die een naam heeft en waarin je iets kan opslaan. Je kan een variabele het best vergelijken met een speciale doos waarop een naam geschreven staat. De doos is speciaal omdat er maar één ding kan inzitten. Als je er iets anders wilt insteken, wordt hetgene dat in de doos zit, vernietigd. Je kan dus niet meer te weten komen wat er voordien in de doos zat. Je kan in de doos kijken om te zien wat er op dat moment inzit, en de naam van de doos staat duidelijk aangegeven op de buitenkant.

❗ Begrip - Variabele

Een variabele is een plaats in het computergeheugen met een naam, waarin een stukje informatie opgeslagen is.

Op een paar uitzonderingen na kunnen we de naam van de variabele zelf kiezen. Sommige namen zijn al gereserveerd voor een bepaalde betekenis. Enkele voorbeelden die je later in de cursus zal tegenkomen zijn return, break, assert, def. In Python gebruiken we kleine letters, underscores, en cijfers om een variabele aan te duiden. Een naam mag niet met een cijfer beginnen en kan geen spaties bevatten. Het is een slim idee om variabelen een naam te geven die aansluit bij hun inhoud. Dat maakt het programma dat je schrijft leesbaar en overzichtelijk. Bijvoorbeeld leeftijd zegt meteen veel meer dan x.

🧠 Denkoefening - Analogie 2: Parkeerplaats

Hierboven gebruiken we een doos als analogie voor een variabele. Een analogie heeft altijd beperkingen. Hierboven moesten we expliciet vermelden dat er maar één ding tegelijk in de doos kan zitten, terwijl een echte doos natuurlijk meerdere dingen kan bevatten.

Een andere mogelijke analogie voor een variabele is een parkeerplaats. Probeer eens te verklaren waarom een parkeerplaats een goede analogie is voor een variabele.