In deze oefening ga je een handig trucje leren
In onderstaand voorbeeld zie je een programma dat een onbekend aantal getallen optelt en dan de som uitschrijft.
De gebruiker geeft op voorhand wel aan hoeveel getallen er gaan komen.
Later leer je ook een manier om te stoppen als de gebruiker het aantal ook niet weet van tevoren.
som = 0
aantal = int(input("Aantal cijfers?"))
for x in range(aantal):
getal = int(input("geef getal"))
som = som + getal
print (som)
Je definieert eerst de variabele som en zet deze al op 0
Je vraagt naar het aantal cijfers (dit wordt dan het aantal herhalingen)
de herhaling start en zet het juiste aantal herhalingen in de range
In elke herhaling zal gevraagd worden naar het cijfer dat opgeteld moet worden
En nu komt het speciale geval:
som = som + getal . Wiskundig is dit natuurlijk niet correct. Maar hier staat eigenlijk: de variabele som = de vorige waarde van som + het nieuwe getal. De variabele som zal dus steeds groter worden.
Nadat alle herhalingen voltooid zijn, wordt de eindwaarde van som geprint op het scherm.
Opmerking: je kan de "som = som + getal" ook schrijven als "som += getal". Dit is hetzelfde
De oefening
Gebruik het bovenstaande voorbeeld maar in plaats van de som, maak je het gemiddelde
Invoer
Een regel met het eerste cijfer, dit is het aantal cijfers
gevolgd door de cijfers waarvan het gemiddelde moet berekend worden.
Uitvoer
Een regel die het gemiddelde uitschrijft, afgerond tot 1 cijfer na de komma
Voorbeeld 1
Invoer:
3
5
10
8
Uitvoer:
Het gemiddelde van deze 3 getallen is: 7.7
Voorbeeld 2
Invoer:
5
3
18
7
4
36
Uitvoer:
Het gemiddelde van deze 5 getallen is: 13.6