Vraag aan de gebruiker welke temperatuureenheid hij gebruikt. Vraag vervolgens de temperatuur. Bereken de overeenkomstige temperatuur en voer dit uit.

Je schrijft hiervoor 2 functies.

Functie 1: van Fahrenheit naar Celsius
De overeenkomstige temperatuur in Celsius wordt berekend en teruggegeven. De formule is:
temp = (t_in_fahrenheit - 32) * 5 / 9

Functie 2: van Celsius naar Fahrenheit:
De overeenkomstige temperatuur in Fahrenheit wordt berekend en teruggegeven. De formule is:
temp = (temp_in_celsius * 9 / 5) + 32

Invoer

Eenheid opgeven.

Uitvoer

De eenheid omgerekend naar Farenheit of Celsius.

Voorbeeld 1

Invoer:

Welke eenheid wens je te gebruiken? C(celsius) of F(fahrenheit): C
Geef de temperatuur op in Celsius: 34

Uitvoer:

De temperatuur in Fahrenheit is: 93.20

Voorbeeld 2

Invoer:

Welke eenheid wens je te gebruiken? C(celsius) of F(fahrenheit): m/s

Uitvoer:

Sorry, deze eenheid wordt niet herkend.