Wanneer je aan diepteduiken doet, moet je opletten bij het terugkeren naar de oppervlakte. Ga je te snel, dan verandert de druk zo snel dat je gevaar loopt. De duiker gaat bij het stijgen van een omgeving met hogere druk naar een omgeving met lagere druk. Daarom moet je op bepaalde punten even stoppen. De duiker doet hier dus aan decompressie. Dat betekent letterlijk “ontdrukken”.
Schrijf een programma voor een eenvoudige duikcomputer. Vraag naar de tijdsduur van de duik op 18 meter diepte en geef daarna weer hoe lang en op welke diepte de duiker moet pauzeren wanneer deze aan decompressie doet.
Indien de gebruiker 42
minuten intikt, dan verschijnt er:
Je moet tien minuten stoppen op 3 meter.
Indien de gebruiker 29
minuten intikt, dan verschijnt er:
Je hoeft niet te stoppen op 3 meter.