Schrijf een programma dat een schaakbordpatroon afdrukt. Implementeer een functie schaakbord( r, k )
.
Hierbij stelt:
r
, het aantal rijen en
k
, het aantal kolommen
voor
(Het teken linksboven moet x
zijn.)
Gebruik in deze oefening de optie end
bij een printopdracht. Beschouw bijvoorbeeld:
print('x', end = ' ')
print('.', end = ' ')
print() # dit print een nieuwe regel
print('x', end = ' ')
print('.', end = ' ')
print('x', end = ' ')
print('.', end = ' ')
>>> schaakbord( 6, 8 )
x . x . x . x .
. x . x . x . x
x . x . x . x .
. x . x . x . x
x . x . x . x .
. x . x . x . x