In België dient een inwoner op zijn inkomsten belastingen te betalen. Het Belgische systeem is progressief. Dat wil zeggen dat het tarief van de belasting stijgt naarmate het inkomen groter wordt.
Op de website van de Federale overheidsdienst Financiën1 kan je voor de twee laatste aanslagjaren. Voor aanslagjaar 2025 zijn de belastingsschijven:
Inkomensschijf | Tarief belasting | |
---|---|---|
Schijf 1 | Van 0,01 euro tot 15.820 euro | 25 % |
Schijf 2 | Van 15.820 euro tot 27.920 euro | 40 % |
Schijf 3 | Van 27.920 euro tot 48.320 euro | 45 % |
Schijf 4 | Meer dan 48.320 euro | 50 % |
Een rijksinwoner heeft een belastbaar inkomen van 28.000 euro.
Berekening van zijn basisbelasting:
25% op 15.820 = 3.955
40% op (27.920 – 15.820) = 4.840
45% op (28.000 – 27.920) = 36
Basisbelasting = 3.955 + 4.840 + 36 = 8.831 euro
Schrijf een functie bereken_belasting
met het inkomen (als kommagetal) en de belastingschijven (in de vorm van een dictionary) als parameter die de hoeveelheid belastingen berekend. Gebruik verplicht een for-lus en de dictionary. De dictionary bevat als key de bovengrens als geheel getal en als value het percentage als kommagetal. Je mag er van uitgaan dat het inkomen op jaarbasis niet meer is dan 9999999 euro. Rond het resultaat af tot op twee cijfers na de komma.
>>> schijven_2025 = {15820: 0.25, 27920: 0.4, 4830: 0.45, 9999999: 0.5}
>>> bereken_belasting(28000.0, schijven_2025)
8871.0
>>> schijven_2024 = {15200: 0.25, 26830: 0.4, 46440: 0.45, 9999999: 0.5}
>>> bereken_belasting(28000.0, schijven_2024)
8978.5