Gegeven een lijst met mogelijke zijden van een driehoek, zoek dan de omtrek van de grootste driehoek die je kan vormen met deze zijden.
Schrijf een functie grootste_omtrek(zijden)
die gegeven een lijst met (niet gesorteerde) zijden, de grootst mogelijk omtrek retourneert. Is het niet mogelijk om een driehoek te vormen, dan retourneer je 0
.
>>> grootste_omtrek([2, 1, 2])
5
Je kan immers een driehoek maken met zijden 1, 2 en 2 en deze heeft als omtrek 5.
>>> grootste_omtrek([1, 2, 1, 10])
0
Met deze zijden kan je nooit een driehoek vormen. De zijden 1, 2 en 1 vormen geen driehoek. De zijden 1, 1 en 10 ook niet. En de zijden 1, 2 en 10 ook niet.
Tip
Je zal de driehoeksongelijkheid nodig hebben.
Drie zijden a, b en c vormen enkel een driehoek indien a + b > c, a + c > b en b + c > a.